Heilige Maria Boodschapkerk Zegge
Kerk
- Bouwjaar: 1911
- Architect: Jacques van Groenendael
Sinds augustus 2001 zijn de pastorie, kerk en kapel rijksmonumenten.
De R.K. Neogotische H. Maria Boodschap werd in 1911 gebouwd. Ook deze kerk leed in 1944 ernstige oorlogsschade: de toren werd goeddeels verwoest en gewelven stortten in. In 1958 was de restauratie voltooid. De restauratie geschiedde grotendeels in de oude trant, maar met wijzigingen bij de toren. De hoofdingang van de kerk bevindt zich in de toren.
De driebeukige kruiskerk met dakruiter heeft een westtoren met vierkante basis en een vijfzijdig gesloten koor van twee traveen geflankeerd door zijkapellen. Het schip telt drie traveen. De spitsboogramen zijn voorzien van gele baksteen tracering. Op het zadeldak van het schip, de lessenaar daken van de zijbeuken en de spitsen van toren en kapellen liggen leien in maasdekking.
De hoogte en breedte van de ramen varieert naar de locatie ervan. Bij de absis zijn ze hoog en smal, de zijkapellen bij absis en toren hebben kleine lage ramen. De spitsboogramen van de lichtbeuk zijn breder dan die in de zijbeuk. De transepten hebben elk een groot en breed spitsboograam met daarboven een reeks klimmende blinde spitsboogvensters met tracering. De viering is voorzien van een hoge opengewerkte spits.
De toren, waar de hoofdingang zit, heeft haakse steunberen met afzaat. De eikenhouten vleugeldeuren in korfboogvorm hebben zwaar smeedijzeren beslag in symmetrische krulvormen. De ingang, de blinde rondboogarcade en het spitsboograam erboven worden alle omvat door een spitsboogomlijsting van gele baksteen. De bovenste geleding heeft een doorgaande cordonlijst met twee galmgaten, waarboven de sterk ingesnoerde achtzijdige spits.
Het klok gedeelte is bij het herstel van de oorlogsschade sterk vereenvoudigd.
De ruimte wordt inwendig verdeeld door zuilen met loofkapitelen en bundelzuilen in de viering. Direct achter de ingang bevindt zich de smalle spitsbogige orgelgalerij.
De kerk bezit diverse fijnzinnig uitgevoerde beelden en altaren, die dateren van kort na de bouwtijd van de kerk. Het meest opvallend zijn het de in laat neogotische stijl uitgevoerde kalkstenen hoogaltaar in de absis en het St. Jozef en Maria altaar in de zijkapellen. Beide laatstgenoemde sculpturen worden verlicht door de aldaar bewaard, gebleven figuratieve glas in loodramen.
Bij het Maria altaar is de eerste steen geplaatst “23 mei 1911”.
De kalkstenen neogotische communiebank bij het Jozef altaar komt oorspronkelijk uit een kerk te Ginneken. In de vrijwel ronde ruimte naast de toren is de doopkapel, afgesloten door een smeedijzeren hek. In de kapel is een polychroom beeld van het kind Jezus. Bij de ingang staat een Heilige Familie groep. Van de andere beelden uit de negentiende en de twintigste eeuw die in het schip staan opgesteld dient een staakmadonna, een H. Aloysius, een H. Hartbeeld van Jezus en een Heilig Hart Maria genoemd te worden.
Tevens staat er voor het koor een Heilig Hartbeeld opgesteld.
PASTORIE
- Bouwjaar: 1911
- Architect Jacques van Groenendael
Zowel interieur als exterieur zijn volledig gaaf gebleven. Het interieur vertoont invloeden van de Jugendstil.
De tweelaagse pastorie heeft een rechthoekige plattegrond met parallelle uitbouw aan de achterzijde en een samengesteld dak met leien in maasdekking. De voorgevel telt vijf traveeën. De linker twee bevinden zich in een iets vooruitspringend deel onder dwars zadeldak, de overige drie onder plat dak met dakschild. De hoge T vensters hebben een bovenlicht in kleine roeden verdeling. De twee T vensters op de etage zijn korter; het kleine zolderraam heeft dezelfde vormgeving met aan weerskanten van de wisseldorpel een brede gele bakstenen sierband. Direct naast dit bouwdeel bevindt zich het ondiepe boogportiek met kussenpaneeldeur waarin een smeedijzeren sierrooster. Het bovenlicht heeft een kleine roeden verdeling. Hiernaast weer twee T vensters.
Hier boven een fries met gele baksteendecoratie, de houten gootlijst steunt op trapsgewijs uitspringend siermetselwerk.
Aan de rechterzijde is er een ruimte met een zwaar getralied venster, de sacristie die de toegang tot de kerk vormt. Het interieur van de pastorie is traditioneel van opzet. Een brede midden gang en de zijgang midden rechts met trappartij. De paneeldeuren zijn voorzien van een sieromlijsting met beschildering in de oorspronkelijke zachte tinten met blauw en goud. Op diverse plekken in de gangen op de begane grond en boven bevinden zich porseleinen rondboogwastafeltjes, voorzien van decoratie. De gang is voorzien van florale sjabloonschilderingen. De rondboog nis rechts dient als garderoberuimte. Hier is een voorstelling gemaakt van twee springende herten. Links en rechts van de ingang is er een kamer en suite, voorzien van schuifdeuren met hoekkasten, panelen en kleine ruitjes hierboven. Deze kamers zijn in het bezit van de oorspronkelijke marmeren schouwen. In de voorkamer links bevindt zich een grote rank opgebouwde eiken kast met briefpanelen.
Alle vertrekken op de begane grond, met uitzondering van de keuken en de uitbouw, zijn voorzien van cassettenplafonds, deze zijn voorzien van polychrome beschildering met bloementuiltjes en vruchten. De grote kamer en suite rechts van de ingang heeft aan de tuinzijde een granito vloer met geblokt randpatroon. Twee openslaande deuren geven toegang tot de tuin. De zijgang geeft toegang tot de sacristie. Naast de zijgang bevindt zich onder een rondboog de brede bordestrap, verlicht door een glas in loodraam. Ook op de verdieping bevinden zich grote vertrekken, qua plaats corresponderend met die op de begane grond. Ook hier bevinden zich diverse sierschouwen. Na de trap op de begane grond is de keuken te betreden, met de oorspronkelijke keukenschouw en kastjes, alles ook weer voorzien van snijwerk en kleurstellingen zoals in 1911.
De kerk en Pastorie zijn van algemeen belang. Beide gebouwen zijn van cultuurhistorisch belang en als voorbeeld van een geestelijke ontwikkeling, de ontwikkeling van het katholicisme in de late negentiende eeuw en de heropleving van bestaande devoties. Het is tevens van architectuurhistorisch belang wegens de plaats in het oeuvre van de architect. Het complex heeft ensemblewaarde vanwege de situering, verbonden met de ontwikkeling van het kerkdorp en vanwege de wijze van inrichting.
Het complex is van bijzondere betekenis voor het aanzien van het dorp en vanwege de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in historisch ruimtelijke relatie tot de wegenstructuur. Het gebouw heeft een hoge mate van gaafheid, ook in het interieur.