Skip to main content

Op deze rots zal ik mijn kerk bouwen. door pastor Wim van Reen

Wie geef je de sleutel van je huis als je langere tijd weg bent, naar het ziekenhuis moet of op vakantie gaat? Wie mag er voor je huisdieren of planten zorgen? Wie mag je post sorteren en aan je spullen komen? Wie vertrouw je je huis toe? Het vraagt flink wat vertrouwen om iemand zo toe te laten in je leven. Dat doe je alleen als het veilig voelt en er geen misbruik van je afwezigheid wordt gemaakt.

 

De apostel Petrus is zo iemand, hij krijgt de sleutels van het Koninkrijk. Hij is een betrouwbare rots. Maar ook een rots met haken en ogen. We weten dat hij Jezus verloochent. Hij kan uit de bocht vliegen. Hij heeft het hart op de goeie plaats, maar is impulsief en soms kleinzielig.

 

Op deze Rots zal ik mijn kerk bouwen, zegt Jezus. Een mens met talenten en tekorten, wordt grondlegger van de kerk. De kerk wordt na hem door de tijden gedragen door mensen, die trouw willen zijn, maar ook wispelturig, mensen die kunnen kwetsen, kunnen liegen. En toch wil God het blijven proberen met zijn mensen.

 

In onze geloofsbelijdenis belijden we dat we geloven in de heilige katholieke kerk. Nou zo heilig is de kerk door de eeuwen heen niet altijd geweest. Er zijn schandvlekken aan te wijzen die aan de kerk kleven, vroeger en nu. Maar dat neemt niet weg, dat we geloven dat de katholieke kerk bedoeld is om heilig te zijn. Een rots van vertrouwen en integriteit, maar ook met fouten en zwakke kanten.

 

Voordat die kerk gebouwd kan worden, wil Jezus iets horen van zijn leerlingen. Hij vraagt hen wie volgens de mensen de mensenzoon is. Ze zeggen Johannes de Doper, de profeet Elia, de profeet Jeremia. Namen van belangrijke wegwijzers met een zekere harde kant aan hun optreden, ze zijn soms vlijmscherp in hun woorden.

 

Nu we weten wat de mensen zeggen, wil Jezus van zijn leerlingen weten: Wie zeggen jullie dat IK ben? Hoe kijken jullie naar mij? Wie ben ik voor jullie, voor de wereld? Simon zegt: U bent de Christus, de zoon van de levende God. Woorden recht uit het hart.

 

Simon heeft goed naar Jezus gekeken. Hij ziet de liefdevolle uitnodigende mens. Hij heeft Hem over God horen vertellen, mensen zien genezen. Simon heeft met aandacht gekeken en geluisterd. Hij heeft vooral ook diep van binnen gevoeld wat Jezus met hemzelf heeft gedaan. Hoe zijn hart openging bij het zien van al het goede dat Jezus deed. Jezus was het gezicht van God geworden en dat was nog nooit eerder zo intens gebeurd.

 

Als Jezus ons vraagt: Wie zeggen jullie dat Ik ben? Wat zou dan ons antwoord zijn? Herkennen ook wij in Hem die liefdevolle uitnodigende manier om mensen te bejegenen? Gaat ons hart open als we Hem horen? Of twijfelen we of zijn we misschien verbitterd geraakt?

 

Mogelijk hebben we verdrietige dingen in ons leven meegemaakt, waar we God verantwoordelijk voor houden? Vragen we van Hem rekenschap over het sterven van een geliefde? Vragen we ons af waarom God niet ingrijpt in onze soms gewelddadige wereld? Misschien hebben we slechte ervaringen met mensen van de kerk, die ons het zicht op een liefdevolle toenadering hebben ontnomen?

 

Misschien hebben we ook ervaringen van diepe vreugde en intens geluk en spreken we onze dank uit aan God, Jezus of Maria. Momenten waarop de volle liefde van Christus door ons gevoeld werd. Zulke momenten kunnen ons in staat stellen om wel volmondig te belijden: Jezus is de Christus, de Zoon van God, want Hij heeft mijn leven voorzien van glans.

 

Petrus heeft doordat zijn hart zich voor Christus opende de kerk van de eerste dagen opgebouwd, samen met zijn vrienden en volgelingen van Jezus. In de eeuwen die volgden is de kerk meermalen van haar voetstuk gevallen, en is er in naam van God veel verkeerd gedaan en gegaan, kreeg de kerk soms harde contouren en verbleekte bij tijd en wijle de liefdevolle benadering.

 

Maar telkens waren er weer mensen met een hart van goud, die aandachtig hebben geluisterd naar God, naar Jezus en naar hun eigen hart en die de kerk wisten te behoeden en behouden voor vrede en verzoening. Velen zijn sleuteldragers geworden in de kerkgeschiedenis. Velen bleven trouw aan de boodschap, ondanks menselijke missers.

 

Als wij zelf met aandacht luisteren naar God, naar zijn zoon Jezus, naar onszelf en naar hen die samen met ons kerk willen zijn, dan kunnen ook wij sleuteldragers zijn. Dan zijn wij allen een beetje de Rots waarop de kerk gebouwd mag worden.

X