In de 1e Lezing, die we 12,5 jaar geleden ook lazen bij mijn diakenwijding,
horen we hoe de apostelen het steeds drukker kregen met de almaar groter wordende schare met volgelingen waardoor er werkzaamheden bleven liggen.
Er werd gemopperd.
Met zocht mannen én vrouwen om zich meer met de sociale kant van de leer van Jezus bezig te houden en men stelde het ambt van diaken in.
Daar waar priesters in de lijn van Jezus de leraar staan,
staat de diaken in de lijn van Jezus de dienaar.
Dat er ook vrouwelijke diakens waren lezen we in de brief van Paulus aan de christenen van Rome waarin hij de volgende aanbeveling schrijft:” voor Phebe, onze zuster die diakonos is van de kerk en die voor velen, ook voor mij een bijstand is geweest”.
In de loop van de tijd verdween het specifieke permanente ambt, voor altijd diaken, naar de achtergrond.
Toekomstige priesters werden nog wel tot diaken gewijd op de weg naar hun priesterwijding.
Het 2e Vaticaans Concilie, dat gehouden werd van 1962 tot 1965 werd het ambt van permanent diaken in ere hersteld.
Helaas alleen opengesteld voor mannen.
Tijdens het genoemde concilie besloten de kerkvaders dat getrouwde mannen, helaas geen vrouwen, vanaf 35 jaar toe te laten tot het ambt van permanent diaken.
Het concilie gaf de volgende officiële omschrijving van de taak van permanent diaken:
· Verkondiging van de schrift tot onderricht en aansporing van het volk;
· Gebed, toediening doopsel, bewaren en uitdelen van de eucharistie, assisteren en zegenen bij de huwelijkssluiting, voorgaan in de uitvaartliturgie en begrafenis en toediening van de sacramentaliën.
· Toewijding aan de werken van liefdadigheid en bijstand, het bezielen van gemeenschappen en sectoren van het kerkelijk leven met de nadruk op liefdadigheid.
In de loop van 1964 – 1965 groeide bij mij het verlangen om de latent aanwezig gebleven roeping uit mijn jeugd weer vorm te geven.
Van mijn 11e tot mijn 17e verbleef ik namelijk op het kleinseminarie Wernhoutsburg.
Na een bijzondere spirituele ervaring in Lourdes waar ik samen met Adje was ben ik in 1996 gaan studeren in Tilburg.
Na in 2000 mijn studie Theologie en Levensbeschouwing afgerond te hebben ging ik werken als pastor – geestelijk verzorger in de Oosterhoutse verzorgings- en verpleeghuizen Doelen, Oosterheem en Buurstede.
Daar woonden 850 ouderen, vaak op hoge leeftijd en met een gemiddelde verblijfsduur van anderhalf jaar.
Vaak was ik met stervensbegeleiding bezig,
een mooi en belangrijk aspect van de pastorale zorg.
Wat heb ik daar veel geleerd over menselijke verhoudingen,
soms denk ik er aan om over de relaties tussen ouders en kinderen,
die ik daar ervaren heb en die niet altijd even positief waren,
eens een boek te schrijven.
Helaas maakte het bezig zijn met de dood mij na 6 jaar wat zwaarmoedig.
Liep van het ene sterfbed naar het anderen en het laatste jaar dat ik daar werkzaam was overleden er 120 bewoners.
Aan de toenmalige bisschop Mgr. Muskens legde ik de vraag voor om een plaats te krijgen in een van zijn parochies. Wilde ook nog wel eens een kindje dopen, voorgaan in huwelijksvieringen.
Het toedienen van die sacramenten kwam in de verpleeghuizen niet meer voor.
Kortom de totale pastorale zorg kunnen en mogen verlenen.
Hij, Mgr. Muskens, nodigde mij uit om een verkorte 3 jarige opleiding te volgen aan de Priester- en diaken opleiding Bovendonk.
Na die 3 jaar, waarvan 2 als teamlid van de parochies van Breda West,
ronde ik die studie af met een scriptie over de palliatieve zorg.
Het eindwerkstuk had als titel: ‘Spiritualiteit de kern van de Palliatieve zorg’.
Op 30 mei 2009 werd ik in de Rijsbergse Sint Bavokerk tot permanent diaken gewijd door Mgr. Hans van den Hende.
Wat heb ik een goed gevoel overgehouden aan zijn telefoontje vanmorgen om me te feliciteren.
Dankbaar ben ik ook voor de warme brief van Mgr. Liesen en de vele kaarten met teksten die me raakten, die ik de laatste week al mocht ontvangen.
Twee dagen na de wijdingsviering, op 1 juni 2009, ben ik in de toenmalige 4 parochies van de Regio Rucphen gaan werken als diaken en werd er collega van pastoraal werkster Liesbeth Verkade.
Al snel volgde Sint Willebrord en later in enkele fases ook de 5 parochies van de Regio Zundert.
In beide gebieden ben ik ook nu nog met veel plezier actief.
Er is veel gebeurt in de afgelopen 12,5 jaar.
De 5 Rucphense parochies fuseerden tot de Sint Franciscus parochie.
Als teamleider heb ik rond die fusie enkele jaren gewerkt zonder vaste pastoor waardoor er veel werk te verzetten was rond dit samengaan.
Gelukkig kwam een aantal jaren terug onze pastoor, Hans van Geel.
Samen met de pastores Wim van Reen, Gerard Damen en Rob van Sambeek vormden we een ijzersterk team om invulling te geven aan de pastorale zorg voor de 10 parochiekernen.
Vorig jaar nam ik afscheid als lid van het pastorale team.
Niet gemakkelijk want ik heb over alles ook wel een mening.
Een van de taken die aan het ambt van diaken verbonden zijn is de zorg voor de mensen die het moeilijk hebben.
De mensen die behoefte hebben aan barmhartigheid.
Bij mijn wijdingsviering op 30 mei 2009 hebben we hetzelfde Evangelie gelezen als vandaag.
De tekst over het laatste oordeel en de Werken van Barmhartigheid.
Wat is barmhartigheid?
Het woord klinkt een beetje ouderwets.
Toch voelen we aan hoe belangrijk het is:
We zouden ook kunnen zeggen: warmhartigheid!
In de Bijbel is barmhartigheid één van de belangrijkste eigenschappen van God. Er zijn voor het woord barmhartigheid veel synoniemen zoals:
liefde, genade, goedertierenheid, medelijden, ontferming, goedheid, bewogenheid.
Een meer eigentijds woord is: compassie.
De God van de Bijbel is vóór alles de Barmhartige,
van binnenuit bewogen met mensen.
Het woord barmhartig heeft in het Hebreeuws te maken met onze ingewanden, buik, baarmoeder:
de plaats van onze gevoelens,
de plek waar we geraakt worden.
In het Evangelie hoorden we Jezus praten over barmhartigheid.
Over het je ontfermen over de ander die het moeilijk heeft.
Jezus zegt: wat je gedaan hebt voor een van de geringste van mijn zusters of broeders heb je voor mij gedaan.
In onze verhardende wereld lijkt het wel dat wij mensen steeds sterker op onszelf gericht zijn.
Kijk naar de reacties op de mensen die,
op de loop voor het geweld in hun eigen land,
bij ons komen zoeken naar rust en veiligheid.
Natuurlijk kunnen wij niet alle vluchtelingen opnemen,
maar het rijke en welvarende deel van Europa zou met een gelijkwaardige verdeling over alle landen dit probleem moeten aankunnen.
Wellicht kunnen wij ons geen voorstelling maken van wat het is om op de vlucht te moeten voor geweld.
De beelden die we zien op TV zijn we wellicht weer snel vergeten.
Daarnaast blijft de verdeling van de welvaart zorgen voor strijd,
voor mensen die zoeken naar een betere toekomst.
20% heeft alles, 80% heeft niks of een heel klein beetje.
Natuurlijk kunnen wij niet alle ellende op de wereld oplossen.
Wanneer we echter beginnen om in onze eigen omgeving de nood te lenigen dan ontstaat er een golfbeweging van warmhartigheid, van compassie,
die steeds verder draagt.
Als een steen in het water waarbij de ringen steeds groter worden.
Als mijn fysieke gezondheid het toestaat wil ik graag nog een aantal jaren werkzaam zijn in het pastoraat, in het bijzonder in de parochiekernen van de Sint Franciscusparochie en de Christus Koning parochie.
Actief zijn in de lijn van Jezus dienstknecht.
Hij is mijn Tochtgenoot en Reisgids.
Dank aan mijn andere tochtgenoot, Adje,
voor alle steun die je me al die jaren al geeft.
Veel inspiratie om mijn bezigheden met plezier te kunnen uitoefenen haal ik bij Sint Franciscus van Assisi, o.a. uit het mooie gebed wat ik vaak lees.
Gebed van Franciscus
Heer, maak mij een instrument van uw vrede.
Waar haat het hart verscheurt,
laat mij liefde brengen.
Waar wordt beschuldigd,
laat mij vergeving schenken.
Waar verdeeldheid mensen van elkaar vervreemdt,
laat mij eenheid stichten.
Waar twijfel knaagt,
laat me geloof brengen.
Waar dwaling heerst,
laat me waarheid uitdragen.
Waar wanhoop tot vertwijfeling voert,
laat hoop doen herleven.
Waar droefenis neerslachtig maakt,
laat me vreugde brengen.
Waar duisternis het zicht beneemt,
laat me licht ontsteken.
Maak dat wij niet zozeer zoeken om getroost te worden,
als wel om te troosten.
Om begrepen te worden,
als wel om te begrijpen.
Om bemind te worden als wel om te beminnen.
Want wij ontvangen door te geven.
Wij vinden door onszelf te verliezen.
Wij krijgen vergeving door vergeving te schenken
en wij worden tot eeuwig leven geboren door te sterven. Amen.